Eind 2016 verschijnt mijn online editie Brieven en Correspondenten rond 1900. Het is een uitgave met een lange ontstaansgeschiedenis. De voorbereidingen begonnen in 2008 met een pilot van enkele brieven en mijn oratie aan de Vrije Universiteit, waarin ik de mogelijkheden van digitale bronnenuitgaven verkende. Lees verder “Bestemming bijna bereikt!”
Categorie: blog
Willem Witsen als netwerker
Ik heb wel bemerkt dat ‘k absoluut ongeschikt ben om ’n officieelen rol te vervullen. Ik mis de brutaliteit, de zelfbewustheid […] en laat mij op zij dringen en achteraf zetten (heel graag!) en als ‘k dan tevreden en onopgemerkt in ’n hoekje sta, ben ‘k heelemaal vergeten dat ‘k eigenlijk vertegenwoordig […] de Nederlandsche kunst. – Willem Witsen aan Gerrit Jan Hofker, 4 april 1915. Lees verder “Willem Witsen als netwerker”
Hypnotisme in Nederlands-Indië
Eerst over mijn vorderingen in de hypnose. […] Mijn Majoor is nu ook overtuigd en voorstander geworden. Ik hoop nu maar dat het flink bekend wordt in Magelang zoodat ik er de praktijk mee kan ingaan. – Willem Frederik van Hell aan Albert Verwey en Kitty van Vloten, 10 en 24 februari 1890 Lees verder “Hypnotisme in Nederlands-Indië”
Georganiseerd uitvreten (over particuliere culturele crowd funding)
Zou het je niet mogelijk zijn mij morgen honderd vijftig gulden te leenen – George Hendrik Breitner aan Willem Witsen, 7 september 1921 Lees verder “Georganiseerd uitvreten (over particuliere culturele crowd funding)”
‘Wie onbekend blijft met hetgeen er in de natuur voorvalt, leeft slechts ten halve’
Wat mij betreft, ik ben bepaald verwonderd, geroerd getroffen, verpletterd, vermorzeld (een mooie climax, hè?) door de groote mate van natuurwetenschappelijke kennis, die in je brief doorstraalt! ….. Waarlijk, zoo ik nog ooit getwijfeld heb aan je waarachtige liefde voor botanie en zoölogie, dan ben ik nu volkomen van mijn dwaling overtuigd en doe bij deze amende honorable. Met dat al zou ik wel bij je willen wezen, zelfs al was ik veroordeeld geen enkele plant of dier te mogen aanraken – Hein Willems Heinsius en Willem Frederik van Hell aan Albert Verwey, 16 augustus 1883 Lees verder “‘Wie onbekend blijft met hetgeen er in de natuur voorvalt, leeft slechts ten halve’”
De commentaarstem van Willem Doorenbos
Ik heb uw Iets (hoeveel ietsen zyn er al niet?) over Hofdyk met genoegen ontvangen en gelezen. My bevalt de cordaatheid, waarmee gy recht op uw doel […] af gaat, en gedachten geen woorden schryft. Er zit studie in uw stukje. Gy weet echter dat ik zonder aanmerkingen niet leven kan, nu heb ik slechts kleine. – Willem Doorenbos aan Albert Verwey, 3 mei 1884 Lees verder “De commentaarstem van Willem Doorenbos”
Theodor Nieuwenhuis: ontwerper en huisbewaarder van Witsen, Oosterpark 82
Oosterpark 82 staat daar nog onberispelijk…
Soms geeft de correspondentie tussen goede vrienden onverwachts aardige inkijkjes in het dagelijks leven, zeker als Nieuwenhuis de briefschrijver is met zijn fantasievolle pen en droogkomische schrijftrant.
Lees verder “Theodor Nieuwenhuis: ontwerper en huisbewaarder van Witsen, Oosterpark 82”
Een ‘kompleete batalje’
… ik met myn verzen werd begroet als een nieuw-lichter, een Nieuwe-gids-mensch, een monster […] nu, na een maand zyn de Haagsche vrienden nog niet uit het twistgeschryf dat onze inval op de Haagsche smaak heeft opgejaagd. – Albert Verwey aan Willem Frederik van Hell, 8-9 mei 1892 Lees verder “Een ‘kompleete batalje’”
Schakend in de smoking room het mijnenveld door
’t Is wel ’n beetje ’n mal gevoel dat we elk oogenblik op een mijn kunnen loopen! Die verraderlijke dingen, zelfs als je ze zou zien, suggereeren geen idée van verschrikking en als ‘k die prachtige wilde zee aanzie, is ’t zelfs moeielijk om aan mijnen te denken – alles is zoo grootsch en prachtig en vol majesteit! ’t Andere is zoo klein en gemeen en heeft met de natuur niets uit te staan. – Willem Witsen aan Jacoba Witsen, 31 december 1914 Lees verder “Schakend in de smoking room het mijnenveld door”
‘Twee open deuren op een open verandah’
Weet jullie al van ons huis? Nu, ons huis is een villa, met vyf kamers onder en 4 kamers op den zolder, met stal en koetshuis voor twee paarden, en voor tuin een duintop, staande in het duin, aan den weg tusschen de twee Noordwyken […] Myn studeerkamer heeft vier ramen en een, openslaande op een balkon, vanwaar ik de zee zie, over Noordwyk-buiten heen. Noordwyk-binnen leit omlaag, gezien uit myn andere venster – Albert Verwey aan Willem Frederik van Hell, 5 december 1889 Lees verder “‘Twee open deuren op een open verandah’”